Hergebruiksector brengt kansen en knelpunten onder de aandacht bij Staatssecretaris Aartsen

Stichting Hergebruik Nu heeft Staatssecretaris Thierry Aartsen bij zijn bezoek aan Dutch Cups in Lelystad op maandag 17 november gewezen op de kansen en knelpunten voor de hergebruiksector.

De sector heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd om succesvol aan te haken toen regelgeving hergebruik als norm verplicht stelde bij consumptie ter plaatse. De aangenomen Kamermoties die alsnog uitzonderingen bepleiten zorgen echter voor onrust in de markt, onzekerheid bij afnemers en onduidelijkheid over de handhaving door de Inspectie Leefomgeving en Transport.

Stichting Hergebruik Nu heeft Staatssecretaris Aartsen vijf kraakheldere aanbevelingen meegegeven:

1. Zorg voor duidelijkheid en handhaafbaar beleid zodat burgers en bedrijven weten waar ze aan toe zijn.

    

2. Behoud het huidige SUP-beleid om wegwerp tegen te gaan en accepteer geen versoepelingen die wegwerp stimuleren.

    

3. Behoud hergebruik als standaard voor consumptie ter plaatse en geef hergebruik voor consumptie onderweg de tijd om zich aan te passen met ambitieuze targets.

    

4. Bescherm Nederlandse en Europese producten tegen goedkope, niet duurzame producten van buiten Europa.

    

5. Stimuleer statiegeld en slimme consumentvriendelijke inzamelsystemen.

Mirza van Meerwijk, voorzitter van Stichting Hergebruik Nu: “Wij zijn bij dat we staatssecretaris Aartsen hebben kunnen spreken over hoe een goed hergebruiksysteem onderdeel kan zijn van een Circulaire Economie. De Nederlandse hergebruiksector staat voor duurzame werkgelegenheid, innovatie en circulaire vooruitgang. Versoepeling van beleid betekent een terugval naar wegwerp en dus meer afval, terwijl het tegelijk de handhaving van de regels bemoeilijkt. De overheid kan met heldere kaders, duidelijke kwaliteitseisen en consequente handhaving het vertrouwen in hergebruik bestendigen. Dit sluit naadloos aan bij de Europese doelstellingen voor minder wegwerpafval. Kort en goed: houd koers en bied duidelijkheid.”